Het interieur van onze eerste locatie hebben we speciaal laten ontwerpen voor onze doelgroep. Want ruimtes goed inrichten voor mensen met dementie is een vak apart.
Wij schakelden daarvoor Jacqueline Vink Interieurontwerp en Laura Vennik van FLint Interieurarchitecten in.
Jacqueline Vink heeft veel ervaring in interieurontwerp voor de zorg en voor ouderen. Flint Interieurarchitecten is gespecialiseerd in interieurontwerp voor de caresector van de zorg: instellingen waarin wonen centraal staat.
Zorg dat iemand met dementie zich thuisvoelt
‘De wereld van iemand met dementie is vaak nog maar klein’, legt Jacqueline Vink uit. ‘Daarom is het extra belangrijk dat iemand met dementie zich helemaal thuisvoelt in zijn woonomgeving.
Daar kun je op veel manieren voor zorgen.
Allereerst moet de omgeving van mensen met dementie huiselijk zijn en vertrouwd voelen. Tegelijkertijd moet die omgeving ook uitnodigen tot beweging en verschillende zintuigen stimuleren.’
Zorg voor rust en herkenbaarheid
‘Iemand met dementie kan zich snel verloren en onzeker voelen, omdat hij alle prikkels niet meer zo goed kan verwerken. Daarom probeer je rust en herkenbaarheid in het interieur te creëren.
We hebben voor Kloek bewust behang en meubels gekozen die herkenbaar zijn. Een stoel ziet er ook echt uit als een stoel, zodat een bewoner zich niet kan gaan afvragen of je eigenlijk wel in die stoel kunt zitten. Want dan zou je juist onrust creëren voor iemand met dementie.
Ook hebben we aparte zithoekjes in de woonkamer gemaakt, met verschillende modellen stoelen. Een bewuste keuze; iedereen vindt weer een andere stoel fijn zitten.
Bovendien kan een bewoner zo een stoel of een zitplek kiezen die bij zijn stemming past.
Ga je bijvoorbeeld met je rug tegen een muur of in een hoek zitten, dan beperk je de prikkels voor jezelf.
Voor iemand met dementie kan dat prettig zijn. Er kan niets onverwachts achter zijn rug gebeuren. En voor zich overziet hij wat er gebeurt. Hij wordt niet verrast als hij in de stoel zit.
Zo voorkom je onnodige onrust.’
Vertrouwd gevoel
Ook over de vloeren hebben Jacqueline en Laura nagedacht. Laura: ‘Voor de vloeren in de gemeenschappelijke ruimten en de appartementen hebben we bewust voor strokenvinyl met een houtlook gekozen. Dat heeft een warme, huiselijke uitstraling en is toch praktisch in onderhoud.
Daarbij hebben we er goed op gelet dat er niet te veel contrast tussen de verschillende materialen op de vloer is.
Mensen die slecht zien, kunnen bij een te groot contrast tussen vloeren het gevoel hebben dat ze in een gat vallen. Dat kan een angstig gevoel oproepen of zorgen voor valpartijen.
Ook mag een vloer niet te veel glimmen, want dan hebben bewoners het idee dat ze kunnen uitglijden.’
Op andere plekken juist wel contrast
Op andere plekken is veel contrast juist wel weer belangrijk, aldus Laura. ‘Je moet een stoel goed van de vloer kunnen onderscheiden, anders ziet iemand die niet goed kan zien de stoel niet.
En melk schenk je niet in een witte beker, want anders ziet iemand niet dat het melk is.
Verder hebben we ook rekening gehouden met de andere zintuigen, zoals tast, gehoor en geur. Juist omdat ouderen steeds slechter gaan zien.
Daarom hebben we bijvoorbeeld de belevingsruimte ontworpen. Dat is een tuinkamer bewoners ook kunnen gebruiken om een moestuintje bij te houden. Zo krijgen ze binnen toch ook een beetje een “buitengevoel”.
Metamorfose voor de gangen
De gangen hebben een flinke metamorfose gekregen. Laura: ‘Van origine zijn ze lang, donker en laag. Je kon je er moeilijk oriënteren, want alle deuren waren precies hetzelfde en er waren geen herkenningspunten. Het was dan ook een uitdaging om ze een andere uitstraling te geven.
Dat is gelukt, onder andere met goede verlichting en witte muren.
En door halverwege plaats te maken voor een belevingsruimte. Je ziet die ruimte vanuit alle richtingen en hij doorbreekt de lange gangen. Zo helpt die ruimte bewoners om zich gemakkelijker te oriënteren.’
Er zijn geen leuningen meer in de gangen. Jacqueline: ‘Uit onderzoek blijkt dat veel valongelukken in instellingen gebeuren doordat mensen de leuning vasthouden, maar niet doorhebben dat die leuning bij een deur ophoudt. Ze kunnen uit balans raken als de leuning onverwacht ophoudt en daardoor kunnen ze vallen.’
De sfeer van een straatje
Elk appartement bij Kloek heeft nu een buitenlamp en een brievenbus. Dat geeft de sfeer van een straatje.
Die sfeer is er ook, omdat elke buitendeur van een appartementeen eigen ‘opplakdeur’ heeft gekregen. Dat is een sticker met een afbeelding van een voordeur. Zo herkennen bewoners sneller en gemakkelijker hun eigen deur.
Dat kan rust geven voor bewoners.
Met de meubels schuiven
Wat Jacqueline en Laura betreft, is het interieurontwerp voor Kloek bedoeld als een levend ontwerp.
‘Ik hoop dat bewoners en medewerkers het interieur echt als iets van henzelf gaan ervaren’, besluit Jacqueline. ‘Met de meubels gaan schuiven, eigen schilderijen ophangen en zelf accessoires neerzetten.
De ruimte moet helemaal van henzelf worden; gaan leven dus.
De bewoners van Kloek hebben een heel leven achter zich. Ze hebben vaak hard gewerkt, kinderen grootgebracht en hun steentje bijgedragen aan de samenleving. Ze verdienen het om de laatste tijd van hun leven in een prettige, verzorgde en warme sfeer door te brengen die vertrouwd voelt.
We hopen dat het ons gelukt is die te creëren.’