Als tekstschrijver voor Kloek interview ik regelmatig familieleden en medewerkers voor deze blog. Want zij kunnen het beste vertellen hoe het is om bij Kloek te wonen en te werken. Maar soms komen de mooie verhalen vanzelf naar mij toe, bijvoorbeeld bij mijn bezoek aan Kloek Amsterdam, afgelopen week. Een bewoonster vertelde mij hoe het voelt om dementie te hebben, waarom ze niet meer onaangekondigd naar buiten gaat en hoe fijn het is om bij Kloek je eigen spulletjes om je heen te hebben.
Beseffen dat je dementie hebt
Mevrouw legde uit: ‘Soms voel ik me heel goed en fijn, want er wordt hier goed voor me gezorgd. Maar soms voel ik me naar. Dan denk ik: wat gaat die dementie nog allemaal met mij doen? Dan voel ik mij vervelend, maar als ik dan even met mijn kinderen praat, gaat het weer over. Ik ben zo blij met mijn kinderen.’
In die paar zinnen stipte mevrouw zo veel belangrijke thema’s aan:
- dat zij zich thuis voelt bij Kloek
- dat dementie geen continu dalende lijn is, maar dat de ziekte heel grillig kan verlopen
- dat je heel goed kunt beseffen dat je dementie hebt
- hoe belangrijk lieve, begripvolle mensen om je heen zijn als je dementie hebt
Mevrouw was ook al eens alleen naar buiten gegaan
Natuurlijk is veiligheid een belangrijk thema bij Kloek. Wij kiezen bewust voor open voordeuren, al moet je bij Kloek Amsterdam wel altijd aanbellen. Maar die openheid heeft ook consequenties. Bewoners kunnen soms zelfstandig naar buiten gaan. Dat proberen we te voorkomen met veel aandacht, belevingsgerichte zorg en gps-horloges.
Soms is dat niet genoeg.
Zo was ook deze mevrouw naar buiten gegaan en de weg kwijtgeraakt. Ze had zich onzeker en wat paniekerig gevoeld, maar dankzij het gps-horloge konden medewerksters haar weer vinden. Het mooie was dat ze nu tegen mij zei: ‘Dat doe ik nooit weer. Ik zeg nu altijd tegen een verzorgende dat ik naar buiten ga. Of er gaat iemand met mij mee.’
Je kunt dus nog steeds iets nieuws leren, ook als je dementie hebt.
Blij met haar eigen spullen
En mevrouw is zo blij met alle vertrouwde meubeltjes, foto’s en decoraties in haar kamer.
Ik beschrijf altijd voor Kloek hoe fijn het is dat bewoners hun eigen meubels, vloerkleed enzovoort mee mogen nemen. Daardoor voelen zij zich thuis. Ik vond het bijna ontroerend om te horen en te zien hoe trots mevrouw was op haar kamer met haar eigen meubels.
‘En kijk, ik heb een aanrechtje. Als er iemand komt, kan ik zelf koffiezetten. Zo fijn.’
Tot slot stelde mevrouw mij voor aan Fikkie, een levensecht hondje op de muursticker tegenover haar voordeur
‘En hier is Fikkie. Die zeg ik altijd even gedag.’
Later begreep ik van Jacqueline Vink, de interieurontwerper van Kloek, dat Fikkie een hele bewuste keuze was in het interieurontwerp.
‘Wij noemen dat een dynamische prikkel’, vertelde Jacqueline. ‘Een foto van een hond kan bewoners uitnodigen om het hondje te aaien, er iets over te zeggen of om er gewoon een tijdje naar te kijken. Hij stimuleert mensen op een vanzelfsprekende manier om iets te doen.’
En Jacqueline liet mij nog een bewuste keuze in de gangen zien. ‘Op de afdelingsdeuren naar buiten hebben wij speciale stickers geplakt, zodat die deuren er helemaal niet als deuren uitzien. Daarmee verkleinen wij de kans dat bewoners die niet bewust naar buiten willen, toch door die deur naar buiten gaan.
Als een deur een struik of een bos lijkt, gaan bewoners er minder snel doorheen.’
Zo probeert Kloek tot in alle details rekening te houden met de consequenties van open wonen en leven.
Na ons gesprekje bracht ik mevrouw naar het balkon, waar haar dochter was.
‘Ik ben blij dat mijn moeder hier nu woont. Er wordt goed voor haar gezorgd en ik kan veel geruster zijn.’
Hartverwarmend om ‘zomaar’ van moeder en dochter terug te krijgen hoe veel van wat ik over Kloek schrijf, precies zo uitpakt als de oprichters van Kloek voor ogen stond en staat.
Benieuwd welke mooie verhalen over wonen met dementie ik de volgende keer bij Kloek Amsterdam mag vangen.
(Tekstschrijver Fenny Brandsma)