De moeder van Wencke Sonneveld was een van de eerste bewoners van Kloek en heeft 2,5 jaar bij Kloek mogen wonen. Op 25 oktober is zij in haar eigen kamer bij Kloek overleden.
“Onze eerste kennismaking met Kloek was in een heftige periode. Mijn vader was opgenomen in het ziekenhuis en zou er een langere periode moeten blijven. Daarna volgde nog een revalidatie-traject. Wij wisten dat de zorg voor mijn moeder al zo groot was dat we haar niet alleen konden laten. In de periode dat wij met het hele gezin mijn moeder opvingen werd ons echt duidelijk welke zware taak mijn vader al heel lang had volbracht. Dit was iets wat zo niet langer stand kon houden.”
De warmte die we zochten
“Wij zijn toen op zoek gegaan naar een plekje voor mama. Na een kennismakingsgesprek bij Kloek, waren we er van overtuigd dat mama bij Kloek de warmte kon krijgen waar we naar op zoek waren. Mama kreeg haar eigen kamer en de grote zorgtaak die papa had werd door Kloek overgenomen. Zo konden ze vooral samen weer genieten.”
Lekker buiten wandelen
“Kloek was nog niet lang geopend en in de beginperiode heeft mijn moeder veelvuldig gebruikt gemaakt van de deuren dit niet gesloten waren. Ze ging dan lekker buiten wandelen en kon niet altijd de terugweg vinden. Wij als familie hebben regelmatig met Martin en Theo om tafel gezeten om te bespreken hoe we dit soort zaken voor mijn moeder het beste konden regelen. We vonden daarbij altijd een luisterend oor en er werd onophoudelijk gedacht in oplossingen. We merkten grote betrokkenheid wanneer het ging om de juiste zorg voor mijn moeder.”
Oprechte belangstelling
“Toen mijn moeder werd getroffen door een hersenbloeding en in het ziekenhuis belandde bleef die betrokkenheid. Oprechte belangstelling hoe het met haar ging. In eerste instantie zag het er naar uit dat mama op zeer korte termijn zou komen te overlijden. Toch kwam ze, na een opleving, terug bij Kloek. Deze dagen waren voor ons een rollercoaster, maar Kloek stond klaar voor ons. Alles werd geregeld zodat mijn moeder, met sondevoeding, terug naar haar eigen kamer kon.”
Allemaal rond ons mam
“Al snel bleek dat de opleving van korte duur was. We hebben die laatste weken zo comfortabel mogelijk willen maken voor ons mam. En het was gewoon fijn dat ze haar eigen kamer had. Wij voelden ons daar enorm thuis en zaten gezellig bij haar. De laatste 2 dagen waren we er zelfs met ons hele gezin. Met 7 mensen in haar tiny house. Iedereen wilde bij haar blijven. De zorg kwam regelmatig om de hoek kijken. Er was niet alleen zorg voor mama maar ook voor ons. Ik heb nog mee mogen helpen met het verzorgen van mama, zo iets kleins maar zo fijn dat je daarbij betrokken wordt. En er werd regelmatig gevraagd of we mee wilden eten, niets was te veel. Maar wij zaten daar prima, samen liedjes zingen die mama zo graag hoorde. We namen matrasjes mee en sliepen in de stoel, op de grond of in de bank. Mama was rustig, we waren bij haar. En in die rust heeft ze in het bijzijn van ons allen de laatste adem uitgeblazen. Het was goed zo.
In die laatste dagen, toen we beseften dat het einde snel zou komen, hebben we met elkaar gesproken waar mama naartoe zou gaan als ze kwam te overlijden. Wij wilden graag dat ze in haar kamer bij Kloek kon blijven. Maar wij konden ons ook voorstellen dat Kloek dat een minder goed idee vond. We hebben daarom de vraag bij Elize neergelegd waarbij we uitdrukkelijk aangaven dat we een “nee” ook heel goed konden begrijpen. Mama kon blijven.
In de nacht kwam de begrafenisondernemer, andere bewoners hebben er niets van gemerkt. De dagen tot aan de begrafenis konden we bij mama langs wanneer we maar wilden. En op de dag van de begrafenis hebben we, als gezin, mama opgehaald en haar naar beneden gebracht.”
We blijven betrokken
“Uit bovenstaande blijkt wel dat we erg blij zijn met Kloek. En daarom zijn we ook nog steeds betrokken bij Kloek.
Mijn vader maakte altijd al muziek op maandag en gaf ook direct aan dat hij dat wilde blijven doen na het overlijden van mama.
Ik was in september gevraagd voor de cliëntenraad. We waren net bezig om dit vorm te geven. Ook ik besloot om te blijven bij Kloek en bleef lid van de cliëntenraad. We hadden tenslotte van Karin Kuhlman zo goed geleerd hoe we het beste om konden gaan met dementie.
Op dit moment kan ik dat nog steeds in de praktijk brengen als ik bij de huiskamergesprekken ben of als ik mijn vader een keer assisteer bij de muziek. Het werkt denk ook wel therapeutisch voor mij: Mijn moeder is er niet meer, maar op het moment dat ik binnenloop bij Kloek voelt het toch of ze nog een beetje bij me is. Het waren emotionele jaren, maar ik wil dat de andere bewoners en familieleden er ook zo tegenaan kijken zoals dat wij dat kunnen. En dat is mijn drijfveer om mij in te blijven zetten voor de cliëntenraad”.