Verpleegkundige Lia Ernest begon haar loopbaan als secretaresse, was jarenlang managementassistente op een middelbare school, maar koos een aantal jaren geleden voor de zorg. Door de zorg voor haar schoonvader met dementie raakte ze geïnteresseerd in werken bij Kloek.
‘Jij kunt zo goed met hem praten’
‘Van mijn schoonmoeder hoorde ik regelmatig dat ze mij zo geduldig met haar man vond. “Jij kunt zo goed met hem praten. Daar moet je iets mee doen.” Dat ging eigenlijk automatisch: er zijn voor mijn schoonvader, voor hem zorgen en hem geruststellen. Een steun zijn voor anderen vind ik belangrijk. Net zoals ik automatisch in de huiskamer bij mijn schoonvader wel eens andere bewoners hielp.
Ik besloot een jaar vrijwilligerswerk in het verpleeghuis te doen, om te ontdekken of de zorg echt iets voor mij was. Ik werkte 2 keer 4 uur per week bij de dagbesteding voor mensen met dementie. Daar waren vooral praten en geruststellen belangrijk. Het is voor mensen met dementie zo belangrijk dat ze op elke vraag een antwoord krijgen. Dat geeft ze rust.’
Ingrijpende stap
‘Dat vrijwilligerswerk bevestigde voor mij dat de zorg echt bij mij paste. Vervolgens ben ik begin 2010 met de opleiding voor verzorgende IG gestart. Ik was toen bijna 50, dus het was best een ingrijpende stap. Maar de zorg had zo mijn hart. Ik dacht: ik zie wel hoe het loopt en waar ik uitkom met de opleiding.
Mijn eerste praktijkervaring deed ik op in een verzorgingshuis. Een mooie tijd. Ik vond het fijn om bewoners aandacht te geven en om te zorgen dat ze het goed hadden.
In de opleiding merkte ik vervolgens ik dat ik wat meer uitdaging en verdieping wilde. Daarom besloot ik de verpleegkundigenopleiding te gaan doen. Maar in een andere zorginstelling had ik vervolgens een zware tijd. Ik kon me niet aanpassen aan de cultuur van snelsnel werken en elke dag je lijstje afwerken. Ik kon het niet en ik wilde het niet. Het was erg moeilijk om bij mijzelf en mijn principes te blijven.
Ik heb juist voor de zorg gekozen om echt voor mensen te kunnen zorgen. Om ze te geven wat ze nodig hebben. En om mensen echt te horen en te zien. Dat werd me nu praktisch onmogelijk gemaakt.’
Toch hield ik vol, in de hoop dat het allemaal nog eens zou veranderen. En met altijd de bewoners voor ogen, want voor hen deed ik mijn werk.’
‘Ik wil niet snelsnel’
‘Ik werkte vervolgens eerst op een geronto-afdeling, een afdeling voor oudere patiënten met zowel een somatische als psychiatrische achtergrond. Daarna kwam ik op een palliatieve afdeling, een afdeling die zorg biedt in de laatste levensfase. Beide periodes bevestigden alleen maar mijn keuze voor de zorg.
Maar een ingewikkeld punt bleef wel dat ik me maar niet kon aanpassen aan de manier van werken in grote instellingen. Ik wil niet snelsnel; ik wil echt voor mensen kunnen zorgen.’
Hard gelag
‘Uiteindelijk kreeg ik vanuit een afdeling waar ik later in mijn opleiding werkte te horen dat ik het vak niet aankon en dat ik de opleiding niet mocht afmaken. Volgens mij onterecht, maar ik was het vechten moe en heb gekozen voor een verzorgende IG-diploma. Best een hard gelag.
Ik liep op mijn tandvlees, en eind 2014 werd ik dan ook ziek. Gelukkig gaat het nu allemaal weer goed met me. Sinds juni 2015 werk ik als uitzendkracht in de zorg, en dat bevalt me uitstekend. Ik kan tijd aan bewoners besteden en dat is fijn.
Ik krijg nu als uitzendkracht de ruimte om te werken zoals ik graag wil werken. En vind ik het ergens niet prettig, dan kan ik ergens anders gaan werken.
Een verademing.’
Echte aandacht voor de ander
‘Ik heb de afgelopen jaren erg geleerd dat het niet altijd gaat om veel doen, maar dat het gaat om hoe je zorgt voor een ander. Dat je actief luistert, echte aandacht hebt voor hoe iemand zich voelt en wat hij graag wil. In grote zorgorganisaties raak je al snel je eigenheid kwijt. Dan moet je je voegen naar wat de organisatie zegt dat je moet doen.
Zo wil ik nooit meer werken.
Bij Kloek krijg ik wel de ruimte om goed voor mensen te zijn. En om ze precies die zorg te kunnen geven die ze willen. Ik ben blij dat bewoners hun eigen leefritme kunnen aanhouden en niet mee hoeven in de structuur van een organisatie.
De bewoners van Kloek vormen een generatie die altijd hard gewerkt heeft, zuinig is geweest en snel tevreden was.
Ik vind dat deze ouderen al ons respect verdienen en ik wil ze samen met hun familie graag een goede laatste tijd geven.’