Kloek Amsterdam is de tweede locatie die Kloek heeft geopend. Sinds 1 maart 2018 is er bij Kloek Amsterdam plaats voor 36 mensen met dementie, die wonen in groepen van 9 appartementen. Zelfstandig, met warme zorg dichtbij.
Amsterdam kent flinke wachtlijsten voor kleinschalig wonen voor mensen met dementie. Bovendien zijn de huidige woonmogelijkheden vaak vrij prijzig. Maar Kloek richt zich speciaal op mensen met dementie die een smalle beurs hebben. Voor deze groep zijn er in Amsterdam nog te weinig woonmogelijkheden.
Kloek voorziet dus echt in een behoefte. Dat bleek ook uit de aanmeldingen die al binnen kwamen toen Kloek Amsterdam nog niet eens open was.
Charme van Kloek: wonen in een huiselijke sfeer
Bij Kloek wonen de mensen in een echt huiselijke sfeer. Je vindt bij ons geen witte gangen met felle verlichting maar eigen appartementen die door de bewoners en hun familie zelf zijn ingericht, met eigen meubels en spullen. En elke bewoner heeft het in zijn appartement voor het zeggen. Dat geeft een heel andere manier van met elkaar omgaan dan in een gewone zorginstelling.
Er is ook geen strak dagprogramma bij Kloek. Dat hebben de mensen thuis namelijk ook niet. Je hebt natuurlijk wel een soort planning voor hoe laat je gaat eten en slapen, maar je kunt daar ook van af wijken. Als de zon schijnt, ga je naar buiten. De stofzuiger wacht wel. En als je wat moe bent, dan slaap je uit.
De huishoudelijke klusjes horen er ook gewoon bij, zichtbaar voor de bewoners. In de zomer staat er vaak een wasrek op het balkon en zie je de verzorgende met een wasmand rondlopen. Dat voelt als thuis. Bovendien zijn de bewoners zo betrokken bij het dagelijks leven als zij zelf willen. Ze helpen met koken of met de strijk. In een van de woningen heeft een bewoner de regie over de afwasmachine. In een andere woning stofzuigt een van de bewoners zoals hij dat thuis ook altijd deed. De bewoners leven zo veel mogelijk zoals zij willen en gewend zijn.
Goed omgaan met mensen met dementie: wij blijven leren
De kern van Kloek is niet alleen het zelfstandig wonen, maar ook het zo goed mogelijk aansluiten bij hoe een bewoner zich voelt. Daarin blijven wij leren. Als verzorgende ben je bijna automatisch gewend om iets te doen als een bewoner onrustig of verdrietig is. Maar misschien heeft die bewoner op dat moment wel even helemaal geen behoefte aan een arm om hem of haar heen.
Dat vraagt een continu ‘afstemmen op’. Het is daarbij steeds de kunst om de oorzaak van deze emoties te vinden. Waarom is iemand onrustig of verdrietig? En kunnen wij iets aan die oorzaak doen? Voor ons is dat de kern van kleinschalig wonen voor mensen met dementie. Wij leren als team in dat opzicht voortdurend, ook dankzij de begeleiding van dementie-expert Karin Kuhlmann die onze teams traint.’
Tip: vertel het levensverhaal van je vader of moeder
Dit betekent wel dat wij onze bewoners goed moeten kennen. Daar kan bijvoorbeeld de familie bij helpen door een levensverhaal van vader of moeder te maken, liefst met foto’s. Dat levensverhaal helpt ons om nog meer aan te sluiten bij wat past bij een bewoner.