Lia Ernest is 1 van de verzorgenden van Kloek, die allemaal met hart en ziel voor onze bewoners zorgen. Zij legde dit ontroerende gesprekje vast.
Mevrouw: ‘Jij zou toch nog een keer met mij ergens naartoe gaan?’
Ik: ‘Jazeker, zullen we dat zo meteen doen?’
Mevrouw: ‘Waar gaan we dan naartoe?’
‘We gaan zingen, samen met andere mensen. Vindt u dat leuk?’
Mevrouw: ‘Ja dat denk ik wel. Moet ik een jas aan?’
‘Nee hoor, want we blijven binnen, we hoeven alleen naar beneden. Wilt u met de rollator of zullen we gearmd gaan?’
Mevrouw: ‘Dat vind ik wel leuk, lekker warm en gezellig.’
In de lift
Mevrouw: ‘Dit is wel gezellig, zo samen in de lift.’
‘Ja leuk hè, maar het is maar even.’
Mevrouw: ‘Oh, zijn we er al dan?’
‘Ja hoor. Gaat u mee? Ik hoor al zingen.’
Mevrouw: ‘Het is toch niet te druk hè, al die mensen?’
‘Nee hoor. Ik heb een speciaal plaatsje voor u. Ziet u, hier in de rode stoel, helemaal achter in de kamer. U kunt dan alles zien. Ik ga meteen een kopje thee voor ons halen.’
Mevrouw.: ‘Oh ja lekker, mooi hier. Ik kan zo goed luisteren.’
Mevrouw gaat zitten en zingt zacht mee. Als ik even later omkijk, zie ik tranen in haar ogen.
‘Oh, is er iets aan de hand?’
Mevrouw: ‘Nee hoor. Ik vind het zo mooi. Ik zing mee en ik krijg zomaar tranen in mijn ogen.’
De volgende dag vraag ik mevrouw of ze weer mee wil gaan zingen. ‘Jazeker’, zegt ze. ‘Zie maar: ik krijg weer kippenvel en krijg weer tranen in mijn ogen. Ik vind het zo leuk en mooi; het doet me iets van binnen. Ik kan het niet goed zeggen.’