‘Bij Kloek kan ik echt iets betekenen voor bewoners, dat geeft mij zo veel voldoening’, vertelt verzorgende Monique Beks. ‘Een arm om een bewoner heen slaan, samen een kop koffie drinken en ervoor zorgen dat een bewoner zich gerustgesteld en prettig voelt, daar krijg ik tijd en ruimte voor bij Kloek. Ik mag echt voor bewoners zorgen.’
Kloek is zo veel mogelijk net als thuis
‘Wat mij het meest aanspreekt bij Kloek? Dat we van Kloek een vertrouwde, warme woonplek maken. ‘Zo veel mogelijk net als thuis’ is onze leidraad bij alles wat wij doen.
Een bewoner huurt bij Kloek zelf zijn appartement. Je komt dus als het ware bij iemand thuis om hem te verzorgen en een bewoner houdt zo veel mogelijk zelf de regie.
Dat is een heel ander uitgangspunt dan wanneer je in een verpleeghuis voor cliënten zorgt.
Natuurlijk neem je als verzorgende bij Kloek ook steeds meer zorg van een bewoner over, als dat nodig is. Maar de basis is altijd wat de bewoner gewend is en prettig vindt.
En ook het open karakter van Kloek vind ik erg goed. Dat bewoners naar buiten kunnen en dat familie kan komen wanneer ze wil.’
Instellingsdenken loslaten
‘Kloek is geen zorginstelling in de gebruikelijke zin van het woord. Dat vraagt van ons als verzorgenden een heel andere aanpak dan wanneer we in een verpleeghuis zouden werken.
Daarin blijven we elke dag leren. Ik ook.
Je moet je er steeds weer van bewust zijn dat je te gast bent bij een bewoner. Iemand woont in zijn eigen huis. Dus bepaal je niet van alles voor iemand, maar zorg je ervoor dat hij kan opstaan wanneer hij wil, zijn hobby’s kan uitoefenen en gaat slapen wanneer hij dat zelf wil.
En ook het feit dat familie kan komen wanneer ze wil, maakt het werken bij Kloek anders dan in verpleeghuis.
Overigens blijven er ook spanningsvelden. Zo mogen wij als verzorgenden bewoners niet zomaar een paracetamol geven. Wij moeten ons rond de medicijnen wel houden aan algemene regels. Terwijl familie te allen tijde een paracetamol kan geven. In dat opzicht is het soms zoeken.’
22 jaar verzorgende in het klooster
Voor Monique bij Kloek kwam, werkte ze 22 jaar in het klooster van Roosendaal. ‘Ik kwam er als meisje van 18 en heb een deel van mijn opleiding in het klooster gekregen. In het oudenhuis Kloosterbejaardenoord woonden zusters die in Nederland of over de hele wereld gewerkt hadden en nu hun laatste levensfase in het klooster doorbrachten.
Ik heb altijd met veel plezier voor ze gezorgd. Het was fijn om de zusters veel aandacht en goede zorg te kunnen geven. Maar het was wel een heel andere wereld dan bij Kloek. Wij waren bij de zusters met genoeg personeel en stonden 1-op-1. Dat is natuurlijk een grote luxe.
Een paar jaar geleden krijgen de laatste 8 zusters ergens anders een woonplek. Dus moest ik op zoek naar een andere werkgever.
Via een oud-collega kwam ik bij Kloek Roosendaal en ik ben elke dag nog heel blij met die overstap. De werkdruk ligt veel hoger dan in het klooster, maar ik heb elke dag zo veel voldoening van mijn zorg voor de bewoners. Ik voel me bij Kloek helemaal op mijn plek.’
Verschillen tussen het klooster en Kloek
‘Natuurlijk zijn er allemaal verschillen tussen het klooster en Kloek. Bij Kloek zorgen we voor een huiselijke sfeer en is de gezamenlijke huiskamer een middelpunt.
De zusters hadden elk een eigen kamer en aten alleen met elkaar, in een speciale eetzaal, de refter. Zij waren veel meer op zichzelf dan onze bewoners.
Een groot verschil tussen het klooster en Kloek is verder de rol van de familie. Bij de zusters had familie amper inbreng, terwijl familie voor de bewoners van Kloek juist heel belangrijk is. Wij stemmen bij Kloek alle zorg voor de bewoners zo veel mogelijk met de familie af.
Dat was allemaal even wennen, maar ik ben elke dag blij met mijn werk bij Kloek.
Het concept van zelfstandig wonen voor mensen met dementie, de huiselijke sfeer en het principe dat bewoners naar buiten kunnen vind ik super.
Precies zoals de zorg voor mensen met dementie volgens mij hoort te zijn.’
Blijven leren is een must
Monique is inmiddels begonnen met de opleiding voor verpleegkundige niveau 4. ‘Ik wil graag meer leren over de ziektebeelden die samenhangen met dementie. Ik ben gewoon erg nieuwsgierig naar alles wat met dementie te maken heeft.
Daarnaast vind ik dat ik mijzelf voortdurend moet ontwikkelen. Als leerlingbegeleider hamer ik daar altijd op bij de leerlingen die ik onder mijn hoede heb. Dan moet ik zelf ook het goede voorbeeld geven.
Wat leren betreft, ben ik ook erg blij met de trainingen van dementiecoach Karin Kuhlmann. Zij leert ons om ons steeds weer te verplaatsen in de bewoner. Als verzorgende ben je soms geneigd om iets op de automatische piloot te doen. Karin houdt ons scherp door ons daarvan bewust te maken.
Een voorbeeld: als ik met een bewoner door de gang loop en een collega tegenkom, ben ik geneigd iets te zeggen of een grapje te maken. Maar Karin heeft mij laten zien dat de bewoner waarmee ik loop daar onrustig van wordt. Dus moet ik dat niet meer doen.
Het is zo leerzaam om op zo’n nieuwe manier naar jezelf en je manier van werken te kijken.’
‘Ik hoef niet altijd een oplossing te hebben’
‘Wat ik daarbij ook erg geleerd heb: ik hoef niet altijd een oplossing voor iets te hebben. Dat gevoel heb je als verzorgende al snel. Je bent gewend om aan te pakken en te “zorgen”.
Karin laat ons zien dat je een situatie ook kunt laten zijn zoals ze is.
Als een bewoner verdrietig is, is het al genoeg als je even aandacht hebt voor een bewoner. Zijn hand vast te houden, een arm om zijn schouder te leggen.
Je hoeft het verdriet zelf niet op te lossen.
We kijken daarbij steeds zo veel mogelijk naar elke individuele bewoner.
Er is bijvoorbeeld een mevrouw die je ’s ochtends even moet knuffelen. Dan is het goed. Anders blijft ze zich de hele dag verloren voelen.
Dan geven wij die knuffel natuurlijk.’
Rust in het team
‘Wij hebben als team in Roosendaal een pittige tijd achter de rug, met veel wisselingen. Maar nu merk ik dat er een soort van rust is. We kunnen helemaal open en eerlijk tegen elkaar zijn en we hebben vertrouwen in elkaar.
Bovendien kunnen we nu met vaste teams per etage werken. Ik merk dat dat de bewoners ook meer rust geeft.’